Romanfragment

Op mijn moeders altaartje staat een foto van Menno waarop hij bezig is. Waarmee is niet te zien op de foto, dat valt net buiten beeld. Toevallig weet ik dat hij nieuwe batterijen in zijn walkman stopt. Mijn moeder maakte de foto tijdens onze laatste vakantie. We zaten rondom de campingtafel. Ik las, mijn vader maakte een puzzel en Menno was met zijn walkman in de weer. Ze heeft toen van ons allemaal een foto gemaakt. Ik weet nog dat ik opkeek uit mijn boek en me afvroeg wat de noodzaak ervan was dit moment vast te leggen.
‘Ga gewoon door met lezen,’ beval mijn moeder me toen. ‘Niet in de camera kijken, dat is zonde van de foto.’
Het was lastig om met een camera op je gericht te doen alsof je leest. Toen ik de foto later bekeek, kon ik zien dat ik niet echt las. Net zoals je niet kan doen alsof je wandelt voor de foto door een stap te zetten en vervolgens stil te blijven hangen met je voet net boven de grond. Dat zie je gewoon. Menno had niet in de gaten dat hij werd gefotografeerd terwijl hij batterijen verwisselde. De foto is goed gelukt. Je ziet van opzij de ontspannen blik van iemand die een alledaagse handeling uitvoert. Hij had net zo goed de afwas kunnen doen, zijn veters kunnen strikken of een boterham in de broodrooster kunnen stoppen. Dat moment was volledig inwisselbaar.
Ik heb mijn moeder eens gevraagd waarom ze juist die foto had uitgekozen voor het altaartje.
‘Nu lijkt het alsof hij nog leeft, omdat hij steeds als ik hem zie iets aan het doen is,’ had ze gezegd.
Misschien was dat het wel, waarom ik niet geloofde in zijn dood. Hij was iets aan het doen. Doen en dood zijn gaan niet samen. Het is of het een of het ander.