
Vermijd woorden die een ervaring of emotie beschrijven, zoals: beeldschoon, uniek, adembenemend, boos, vrolijk of verdrietig. Beweer het niet, maar bewijs het. Laat de feiten voor zichzelf spreken. Dit werkt overtuigender en meer beeldend. Laat de lezer zelf ervaren in plaats van de ervaring te vertellen.
1. Bewering: Dirk was bloednerveus.
2. Bewijs: Dirk keek opnieuw op zijn horloge. Zijn ademhaling was oppervlakkig. Hij veegde zijn klamme handen af aan zijn spijkerbroek. Met trillende vingers zette hij het flesje water aan zijn mond.